Het gaat niet goed met de kievit. Amper 1 op 10 kievitnesten is succesvol. Dat bleek recent uit een rapport dat Natuurpunt Studie opgesteld heeft. Als het zo doorgaat, verdwijnt de kievit in sneltempo uit ons platteland. Toch zijn er wel degelijk maatregelen mogelijk die de kievit weer een toekomst geven. Deze maatregelen vergen een hoge mate van samenwerken en kunnen ondersteund worden met moderne technieken. In de vallei van de Zwarte Beek werken de partners al jaren samen voor de weidevogels.Vallei met vele partners
De vallei van de Zwarte Beek (Limburg) is een belangrijk valleigebied met hoge natuurwaarden. Hier werken het Regionaal Landschap Lage Kempen (RLLK) , de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de Provincie Limburg, Natuurpunt en heel wat actieve landbouwers al jaren samen om de waarde van dit landschap te verhogen. Zo bouwt Natuurpunt sinds het begin van de jaren ’90 door aankoop en beheer aan een prachtig natuurgebied in de middenstroom van de vallei. Ook de provincie Limburg droeg hier wezenlijk toe bij door het aankopen van gronden. Verschillende landbouwers voeren het natuurbeheer mee uit op de natuurgronden, maar ook op hun eigen percelen namen diverse landbouwers al heel wat natuurvriendelijke beheerovereenkomsten onder impuls van VLM. Het RLLK ondersteunt de diverse partijen in deze samenwerking.
Vele maatregelen voor ‘weidevogelproof’ gebied
Landbouwers werden in de afgelopen jaren benaderd door de bedrijfsplanner van de VLM om beheerovereenkomsten aan te gaan voor weidevogelbeheer. Akkers werden omgezet naar kruidenrijk grasland. De maaidata en de ‘beweidingsdichtheden’ zijn aangepast. Door een aangepast beheer en aangepaste zaaimengsels werd gezorgd voor kruidenrijke stroken. Deze beheerpakketten werden op grote schaal toegepast. Daarnaast zijn ook structurele maatregelen genomen zoals het kappen van populieren. Deze hoge bomen vormden een hindernis voor de weidevogels en waren een handige uitkijkpost voor roofvogels en kraaien. De populieren werden vervangen door lagere struweelsoorten. Belangrijk was ook het graven van 32 nieuwe poelen zodat er een mooi ‘poelensnoer’ ontstond. Door deze gebiedsgerichte aanpak in samenwerking met de landbouwers en beheerafstemming met Natuurpunt zijn de levenskansen van weidevogels verder verhoogd.
De jarenlange inzet van Natuurpunt, de gerichte acties van VLM met de landbouwers, de inspanningen van de provincie Limburg en het RLLK, zorgen ervoor dat de vallei in zijn geheel steeds meer weidevogelproof is.
Plasdraspomp
In 2016 werd de start gegeven voor een volgend ‘werkpunt’ nl. het waterpeilbeheer, onmisbaar voor weidevogels zoals de kievit.
Dat waterpeil heeft te lijden van schommelingen in de beekniveaus en verlaagt door langdurige droogte, wat met de klimaatverandering steeds vaker voorkomt. Het is net tegen die verdroging dat een PLAS-DRAS ZONNEPOMP lokaal soelaas kan brengen.
In 2016 kocht het Regionaal Landschap Lage Kempen met middelen uit haar Natuur- en Landschapsfonds, gespijsd met de opbrengst van wandelkaarten, de eerste plas-dras zonnepompen in Vlaanderen. Deze pompen laten via zonne-energie geluidloos beekwater in een gestage stroom over het perceel stromen om lokaal een optimale natte omgeving voor weidevogels te creëren. Ze werden gericht ingezet tijdens en vlak voor en na de broedperiode in de vallei van de Zwarte Beek in Lummen.”
De ‘plas-dras zones’ die door pompen gevormd worden hebben een sterke aantrekkingskracht op heel wat vogels, zeker op weidevogels. Deze zones dienen als balts-, foerageer- en slaapplaatsen. Ook voor de kuikens is een ‘plas-dras zone’ belangrijk: ze vinden hier meer insecten, het scharrelen in de natte zones met lager gras kost hen minder energie maar ze kunnen wel snel in het aangrenzende hogere gras vluchten bij gevaar. Dit geeft de kwetsbare kuikens een hogere overlevingskans, het grootste knelpunt voor weidevogels.
De pompen brengen beekwater over de percelen, zoals men vroeger al deed met bewateringsgrachtjes, maar dan op een modernere manier. Bewateren was toen een manier om de percelen te bemesten. Door de hogere pH waarde van het beekwater, wordt de bodem minder zuur wat het bodemleven aanzienlijk verhoogt en daardoor weidevogels zeker ten goede komt.
Resultaten van 2016, 2017 en 2018
Gedurende de broedperiode van 2016, 2017 en 2018 werd één pomp bij een bereidwillige landbouwer geplaatst en kwam de tweede pomp op terrein van Natuurpunt. Bij de landbouwer werd telkens een halve hectare bevloeid, bij Natuurpunt stond een grotere pomp die 1 ha bevloeide.
Gedurende drie broedseizoenen werden de zones actief gemonitord. Om toevallige schommelingen in aantallen uit te vlakken, wordt nu na drie seizoenen de balans opgemaakt.
We zagen vooral de KIEVIT profiteren van deze plas-dras zones met een stijging van 0 (in 2015) naar 7 (in 2016) naar 12 (in 2017) broedgevallen. Voor 2018 zijn er 14 broedkoppels. Dit, terwijl de laatste 20 jaar de kievit nationaal zwáár achteruit gaat. Ook andere soorten weidevogels zien we toenemen. Deze resultaten zijn echter niet alleen te koppelen aan de lokale plas-dras situaties, al zien we de vogels daar wel uitvoerig gebruik van maken. Zo doet ook de WULP het opvallend beter, baltste de GRUTTO na lange afwezigheid in 2016 aan de plas-dras pomp en waren er in 2017 2 baltsende mannetjes. In 2018 zagen we een broedgeval van SCHOLEKSTER en ook de WATERSNIP blijft sinds de ingebruikname van de pompen steeds langer ‘hangen’.Ten opzichte van de nationale dalingen van weidevogels en in het bijzonder de kievit, zijn deze stijgende cijfers uiteraard spectaculair. We zijn er dan ook van overtuigd dat – mits ook andere weidevogelvriendelijke maatregelen worden genomen- een plas-draspomp op zonne-energie een belangrijke bijdrage kan leveren aan de kwetsbare weidevogels.
Overigens profiteerden ook andere bijzondere vogelgasten van de plasdraspompen. Zo werden er meermaals kraanvogels gespot, maar ook goudplevier, kemphaan, slobeend, bruine kiekendief, blauwe kiekendief, tureluur en groenpootruiter.
Verderzetting
Vooruitlopend op deze veelbelovende resultaten investeerde de VLM in drie nieuwe pompen, waarvan er één bij een landbouwer in de Zwarte Beek werd geplaatst. Dit brengt het totaal aan plas-dras pompen in de Zwarte Beek op drie. Met verder lopend onderzoek bekijkt de VLM of er in de toekomst nieuwe subsidies komen voor de pompen.